Bacteriën en schimmels

 

Opdracht  Welk woord heb je nodig om de zin compleet te maken?
1  Brooddeeg kun je laten rijzen met behulp van gist. Gist is een ______ .
2  Bacteriën hebben geen bladgroenkorrels. Verder hebben zij _____ .
3  Wanneer 2 bacteriën zich elke 20 minuten delen, dan heb je na 4 uur ____ .
4  Schimmels planten zich voort door middel van ____ .
5  Bier en wijn wordt gemaakt met behulp van _____ .
6  Een voordeel van bacteriën in de natuur is dat ze ______ .
7  Bacteriën kunnen bestreden worden met schimmels. De medicijnen heten _____ .
8  Een nadeel van schimmels is dat ze _____ .
9  In onze darmen helpen bacteriën mee bij de vertering van het voedsel. Dit is _____ .
10  Wanneer bacteriën medicijnen kunnen maken, dan is dit een vorm van _____ .
11  Schimmels kunnen uit één cel of uit meerdere cellen bestaan. Dit is ____ .
12  Als de omstandigheden voor bacteriën niet zo gunstig zijn, gaan ze een ____ maken.
13  Schimmels hebben geen bladgroenkorrels. Verder hebben zij _____ .
14  Een voedingsmiddel dat gemaakt wordt met behulp van bacteriën is _____ .
15  Bacteriën en schimmels hebben altijd zuurstof nodig om voedsel te laten bederven. Dit is _____ .
16  Schimmels helpen mee met de vertering van voedsel in onze darmen. Dit is _____ .
17  Zwemmerseczeem wordt veroorzaakt door een infectie van een _____ .
18  Bacteriën en schimmels worden ingedeeld bij de organismen die _____ genoemd worden.
19  Een bacteriekolonie bestaat uit één soort bacterie. Dit is _____ .
20  De paddenstoel is de vrucht van de schimmel. Dit is _____ .
Je score is